Copyrights

De website van Haarlem-Alkmaar bevat allerlei kaartmateriaal en foto's van personen etc, uit Haarlem - Alkmaar en omgeving.

Indien u om redenen van privacy of copyright bezwaar heeft tegen een bepaalde opname in deze website, wordt u verzocht dat onder vermelding van het betreffende artikel of foto kenbaar te maken aan: 
info@haarlem-alkmaar.nl

Aan de teksten van deze website kunnen geen rechten worden ontleend.


De houder van deze website sluit iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en onvolledigheden op deze website en voor eventuele gevolgen van handelen op grond van informatie die op deze website is geplaatst.

TNI-TNII

De C-Locomotieven met buienliggende cilinders

De eerste locomotief van dit type werd in 1881 door Tubize gebouwd voor de tramlijn Valenciennes — Anzin van de Slé C.F. Ëconomiques du Nard in Frankrijk
en in 1885 werd de 101ste eraan gelijke locomotief (fabr.nr. 601) afgeleverd aan de Chemin de fer à voie étroite de Bruxelles á Ixelles-Boendael (spoorwijdte 1000 mm).
Het gewicht van deze machines was 14,6 t.

Dit locomotief type werd gebouwd toen men nog geringe eisen stelde aan snelheid en zuinigheid.
Ze waren zonder oververhitter uitgevoerd; slechts enkele van de later gebouwde SNCV-locomotieven hadden wel een oververhitter. Ze hadden een vrij grote ketel en grote cilinders,
waardoor het water- en kolenverbruik wel hoog was, maar wat hun een grote trekkracht en een groot vermogen gaf,
hetgeen voor lijnen met hellingen, zoals die in België voorkwamen, van belang was.

De locomotieven hadden buitenliggende, overhangende cilinders, dus met buitenliggend drijfwerk, waarvan de drijfstang bij de oudere locomotieven de middenas en bij de nieuwere de achteras aandreef.
Het stoomverdelingsmechanisme was van Walschaerts. Ze hadden in verhouding tot hun totale lengte een betrekkelijk korte radstand.
Dit had samen met de buitenliggende cilinders tot gevolg dal ze onrustig liepen en veel slijtage aan de baan veroorzaakten.
Ze hadden veel minder gunstige eigenschappen dan bijvoorbeeld de. locomotieven van Breda, Henschel en Hohenzollern.
Een bezwaar was ook, dat de machinist steeds voorop de machine moest staan. Reed deze vooruit, dan was dus een stoker vereist, zodat men op de machine steeds twee man personeel nodig had.


TNI- TNII , Haine, fabr.nr. 490-491, gebouwd in 1895, in dienst gesteld in 1896.
TN ? , Haine, fabr.nr. 492, gebouwd in 1895.


Deze machines waren gelijk aan de genoemde locomotieven van Tubize van circa 14 ton, die sinds 1881 in grote getale waren gebouwd.
De SNCV heeft in de jaren 1888.-1893 veertien van deze machines in dienst gesteld. Naderhand kregen ze het typenummer 1.

Hoewel de TN in latere jaren slechts twee van deze machines heeft gehad, blijkt uit gegevens van de fabriek en uit statistische gegevens dat er in de eerste jaren nog een derde van dit type is geweest.
De locomo¬tieven mochten het Noordzeekanaal niet passeren, omdat op de brug te Velsen geen materieel werd toegelaten dat zwaarder was dan 10 ton, terwijl ze bovendien niet waren voorzien van een vacumrem,
zoals door de gemeente Haarlem was voorgeschreven.
Hierop had men niet gerekend en de dienst kon pas worden geopend, nadat in 1896 de eerste van de B-locomotieven (zie TNIII-TNIV en TNV-TNVI) waren afgeleverd.
Ze waren ook te zwaar voor de ponten die in 1906 voor de brug in de plaats kwamen. Pas later mochten ze wel met de ponten warden overgevaren, zodat ze toen op de gehele lijn dienst konden doen.
Het eerste jaar, toen het baanvak Beverwijk — Alkmaar nog niet geopend was, had men dus eigenlijk niets aan deze machines, want de remise lag ten noorden van het kanaal.
Waarschijnlijk is de derde van deze serie nimmer in dienst geweest, doch ergens opgeborgen. Eind 1897 is deze machine door de SNCV overgenomen en begin 1898 met het nummer 248 in dienst gesteld.
In 1923 is ze aan een suikerfabriek te Quévy-le¬Grand verkocht. Daar de tweeassige locomotieven III—VI in nummering direct op de beide overgebleven drieassers aansluiten, is niet bekend welk nummer deze machine bij de TN heeft gehad.
In 1909 was de tramweg in handen gekomen van de NZHTM, nadat sedert 1902 de HSM eigenaresse was geweest van het bedrijf.
Bij de NZHTM zouden ze de nummers 11 en 12 gekregen hebben, doch deze vernummering is niet uitgevoerd.
Wel zijn door de NZHTM of de HSM de Romeinse cijfers door Arabische vervangen. In 1918 werden ze vernummerd in A5l en A52.
Na de opheffing van het baanvak Velsen Alkmaar in 1923, werden ze verkocht aan de SBM, waar ze met de nummers 1 en 5 in dienst werden gesteld.
Hier hebben ze nog jaren lang de personentrams Breskens Oostburg — Maldeghem gereden. Ze zijn onderscheidenlijk in 1938 en 1937 verkocht aan de firma Cracau te Vlissingen en daarna gesloopt.